In de begintijd van het oude Rome werd voedsel eenvoudig bereid, zonder veel kruiden en specerijen. In de tijd van het Romeinse Rijk vond er een verandering plaats en werd de keuken beïnvloed door het gebruik van kruiden en specerijen. De huidige Italiaanse keuken gebruikt vaak verse kruiden en specerijen die de smaak, kleur en textuur van het gerecht versterken.
Kruiden en specerijen worden van oudsher in de keuken gebruikt vanwege hun voordelen voor de gezondheid en om de smaak van het gerecht te verbeteren. Hieronder volgt een overzicht van veel voorkomende Italiaanse kruiden en specerijen en wat ze toevoegen aan het de gerechten en onze eetervaring.
Peterselie (prezzemolo in het Italiaans) is een gladbladige kruidensoort en is één van de meest gebruikte kruiden in de Italiaanse keuken. Peterselie wordt veel gebruikt in vis- en groentesauzen, maar ook in de meeste pastagerechten, sauzen en soepen. De kruidensoort wordt gewaardeerd in de Italiaanse keuken als toevoeging aan pittige gerechten en wordt het gebruikt in bouquet garni samen met laurier, tijm, rozemarijn en salie. De voordelen voor de gezondheid zijn vitamine A, B en C, evenals ijzer, jodium en magnesium. Peterselie is tevens effectief bij het verhelpen van een slechte adem., daarom wordt het vaak samen met knoflook gebruikt.
Basilicum (basilico in het Italiaans) is net als peterselie een andere belangrijke kruidensoort in de Italiaanse keuken. Het wordt het meest geassocieerd met de Italiaanse keuken, maar kwam via de specerijenhandel vanuit India naar Europa. Basilicum brengt frisheid in elk gerecht en combineert goed met kaas, tomaten, knoflook en citroen. Het wordt in talloze Italiaanse gerechten gebruikt, maar de bekendste is misschien wel de salade Caprese. De antibacteriële eigenschappen zijn ook goed voor de gezondheid.
Het laurierblad (alloro in het Italiaans) gaat terug naar de oude Griekse mythologie en groeide aan de laurierboom. Laurier groeit overvloedig in Italië en wordt gebruikt in vele regionale keukens. Dit kruidige blad wordt vaak toegevoegd aan soepen, sauzen en stoofschotels voor een evenwichtige smaak, en wordt ook gebruikt als ingrediënt in vlees- en visgerechten, ingelegde groenten, en bouquet garni. Laurierbladeren zijn een bron van vitamine A en C, alsook van foliumzuur, kalium, calcium en ijzer.
Salie (salvia in het Italiaans) wordt wereldwijd gebruikt om zijn vele gezondheidseigenschappen. Het werd door de Romeinen gebruikt bij ceremonies, omdat geloofd werd dat het een lang leven kon brengen en is ook een belangrijk onderdeel van de Italiaanse keuken. De Italiaanse naam voor salie komt van het Latijns en betekent ”redden” of ”genezen”. Salie wordt gebruikt in Italiaanse gerechten zoals gnocchi en risotto, maar ook in gebraden vleesgerechten en soepen. Salie staat bekend als het “wonderkruid” en wordt veel gebruikt in de Italiaanse keuken.
Rozemarijn (rosmarino in het Italiaans) groeit net als de laurier overvloedig in Italië. Rozemarijn is een winterharde plant die bekend staat om zijn peperige, houtachtige smaak. In de Italiaanse keuken wordt rozemarijn vaak gebruikt bij het braden van groenten en het bereiden van vlees. Ook wordt het gebruikt in bouquet garni om soepen en stoofschotels op smaak te brengen. Rozemarijn heeft een lange symbolische geschiedenis als teken van vriendschap en als middel om nare dromen uit te bannen. De gezondheidseigenschappen van rozemarijn omvatten ijzer, calcium, vezels en antioxidanten.
Oregano (oregano in het Italiaans) is alomtegenwoordig in de Verenigde Staten en werd populair toen soldaten het meebrachten naar Amerika na de Eerste Wereldoorlog. Ironisch genoeg wordt oregano niet vaak gebruikt in tegenstelling tot andere kruiden als peterselie of basilicum. Oregano is smaakvoller in gedroogde vorm en wordt voornamelijk gebruikt zuid-Italiaanse en Siciliaanse gerechten. Gezondheidsvoordelen van oregano zijn onder meer een hoge hoeveelheid aan Omega-3, ijzer, mangaan en antioxidanten. Het wordt tevens gebruikt als een essentiële olie voor zijn antibacteriële eigenschappen.